maandag 1 juli 2013

Neder-L column 55 : Een nieuw lied


Toen Robert Dudley (1533-1588), graaf van Leicester, gedurende de jaren 1585-1587 de aan Spanje opstandige Republiek der Zeven Provinciën landvoogde, werd hij niet alleen door Engelse soldaten vergezeld maar ook door komedianten. Uit ooggetuigenverslagen weten wij dat die Engelse zangers en acteurs – professionals!  hier erg veel succes hadden en met stip de toenmalige Top 40 bestegen. In het album van Aefgen Claesdochter van Giblant (1598-1601) worden verschillende Engelse melodieën genoemd als ‘op de wijze van’: Een nieu may liedeken op een Engels voysken (nr. 3), Op die wyse van Soet Robbertghen (nrs. 7 en 17), Een nieu liedeken op de wys Van d’Engelse fortuyn (nrs. 42 en 65), Een nieuw liedeken op de wyse vanden Engelschen mascerade (nr. 43) en Een nieu liedeken op de wyze Go fro my wynde go et go (nr. 60). Het zou me niet verbazen als dit begrepen moet worden als: Go from my window, go and go. In Engels was men destijds veel minder goed dan in Frans.
Omdat het Hollandse publiek hen niet of slecht verstond, maakten de Engelse acteurs van de nood een deugd en gingen zij voor het theatrale effect. Zij zongen dat het een lieve lust was en speelden dat de stukken eraf vlogen. Dat laatste letterlijk: fameus waren hun zwaardgevechten op het toneel. Tot de nieuwigheden die zij introduceerden behoorde de jigg, een muzikale uitsmijter gezongen door 2 tot 5 personages, die opgevoerd werd na een tragedy of history play, te vergelijken met een sotternie na een abel spel. Een van de meest bekende was Rowland.

In het tweede deel van zijn monumentale Het oude Nederlandsche lied vinden we onder nummer 320, op de wijs van Soet, soet Robbertjen een door Florimond Van Duyse (1843-1910) zélf vervaardigde Nederlandse vertaling van de Duitse navolging O Nachbar lieber Robert van 1603. De Engelse oertekst is namelijk verloren gegaan, en een contemporaine Nederlandse vertaling was onvindbaar. Vandaar deze creatieve oplossing van Van Duyse die hij overigens ook toepaste op het lied van Heer Halewijn die een liedekijn zong ...
     De voor Van Duyse onvindbare Nederlandse Roland is teruggevonden in het album van niemand minder dan Aefgen Claesdochter van Giblant. Op blad 17 verso begint lied 14, geschreven door Hand 2 – die de meeste liedteksten, en vooral in de eerste helft van het album geschreven heeft  zonder wijsaanduiding en slechts voorafgegaan door Een nieu liet een tekst die sprekend lijkt op de vroeg 17e-eeuwse Duitse vertaling van dit Rowland-lied. Zie hier:

Roelant:
O nabeur Robrecht / myn hert is vol van pyn!
Robrecht:
O nabeur Roelant / waerom mach dat toch syn?
Roulant:
Jan koster lieft Margeriette / ende dat is my een smert.
Robrecht:
Weest te vreden goede Roulant / het is toch maer int scherts.

Roulant:
Sy is met hem opt kerchoff!
Robrecht:
O wee ende wat schaet dat?
Roulant:
Sy vryen daer ick vruchte my / sy doen ick weet niet wat!
Robrecht:
Weest te vreden goede Roulant / en volcht toch myn gebodt.
Roulant:
Siet hoe sy tsaemen lopen / nu is myn hert schier doot.

Robrecht:
Licht neder en versteeckt u doch / en hoort toch wat sy sagen.
Roulant:
Neen neen maer ick wil opstaen / en wil den koster wech jaghen!
Robrecht:
Soo verlaet ick u goede Roulant!
Roulant:
O Robrecht hoe syt ghy gesint?
Robrecht:
Myn cloeckheyt sal u helpen
[Roulant:]
Ick slae den koster blint!

Jan Koster:
Wat faelt u liefste Margeriette / dat ghy my so vremt aensiet?
Margeriette:
Ick gelove ghy my niet lieff en hebt / vaet toch wel myn bediet.
koster:
Hebt ghy verlaeten Roulant?
Margeriette:
Dat is al langh geschiet.
koster:
Soo wil ick u dan trouwen!
Roulant:
‘t Waer beter dat ghyt liet!

Robrecht:
Godt groet u lieve Margeriette / ick brenghe u boses nys.
Margeriette:
Wat is dat goede Roberecht / maeckt ghy my niet wat wys?
Robrecht:
Uwen Roulant is gestorven!
Margeriette:
O Robrecht wie heeftet gedaen?
Robrecht:
Om dat ghy lieft een koster.
[koster:]
O laet hem toch wech ghaen.

Robrecht:
Siet doch hoe hy daer ligget / die u heeft uut ver weelt.
Margeriette:
Vergevet my lieve Roulant / myn smert my toch verveelt.
O Robrecht het gerouwet my!
Robrecht:
Het is met u maer spodt.
koster
Compt tot my en lievet my.
Roulant:
Ick slae ju koster doot!

Margeriete:
O onbarmhertige Margeriette / hebt ghy hem bracht omt leven!
koster:
Soete liefste verlaet toch hem.
Roulant:
Ick sal u slaeghen geven!
koster:
Om niet is al u treuren / compt Margeriette gaet met my.
Margeriete:
Treuren mach Roulant niet helpen / compt koster ick gae met dy.

Jan koster:
Myn hoocheyt sal van daeghe syn.
Margeriete:
U wille hebt ghy aen my.
Roulant:
Maer hoort toch nabeur koster / een woort heb ick aen dy.
Margeriette:
Leeft noch myn lieve Roelant?
koster:
Dat is my grote pyn!
Roulant:
Gaet ter kercken en luyt die klocken / nu sal myn hoocheyt syn!

Margeriette:
Ick begere geen ander als Roulant / ghy koster gaet toch wech!
koster:
Wilt Margeriette my verlaeten?
Roulant:
Ghy syt een arghe gheck!
koster:
Lichtveerdige jonckvrouwen en trou ick niet...
Margeriette:
Gaet maeckt ghy koster een graff!
koster:
Nu is Margeriette Roelants.
Roulant:
Soo syt ghy nu daeraff.

Vergeleken met het Duits zijn de strofen 6 en 7 met elkaar verward, en enkele keren is niet de juiste spreker aangegeven. Verder is de tekst vrij gaaf. Maar is dit een vertaling uit het Engels? Ik vertrouw de rijmwoorden niet: smert / scherts; gebodt / doot; sagen / jaghen; nys / wys; verweelt / verveelt; spodt / doot; wech / geck. Het zou mij niet verbazen als dit een vertaling uit het Duits is. De cloeckheyt uit regel 12 heeft niets met cloeck en moedigh te maken, en alles met het Duitse klugheit. Dat zou betekenen dat er een oudere Duitse versie geweest moet zijn dan én de oudste bewaard gebleven Duitse Roland und Margareth én deze Nederlandse vertaling.

De oorspronkelijke plot zal als volgt geweest zijn:

Roulant klaagt zijn nood bij zijn buurman Robrecht. Zijn Margeriette, met wie hij nog niet gehuwd is, flirt met koster Jan. Robrecht probeert hem gerust te stellen, maar slaagt daar niet in.
     Roulant vertelt dat Margeriette met koster Jan op het kerkhof is – vermoedelijk is de koster daar beroepshalve een graf aan het graven  en dat hij vreest dat die twee in de kuil liggen te vrijen  wat heel goed zou kunnen. Besloten wordt naar het kerkhof te gaan, waar zij Jan de koster en Margeriette zien lopen. De manier waarop dat gebeurt  te intiem natuurlijk  maakt Roulant gek van jaloezie.
     Robrecht sommeert Roulant op de grond te gaan liggen om het paar af te luisteren. Maar Roulant – hij heet niet voor niets Roulant  wil erop af en koster Jan het kerkhof afjagen. Zoek het dan maar zelf uit, zegt Robrecht. Voor wie ben je nu?, vraagt Roulant. Vertrouw op mijn slimheid, antwoordt Robrecht. Roulant, die de koster liever te lijf gaat, pocht koster Jan blind te slaan.
     Wat is er toch Margeriette, je kijkt me zo raar aan?, vraagt koster Jan. Omdat ik het gevoel heb dat jij niet (zo veel) van mij houdt (zoals ik van jou houd), antwoordt Margeriette. Maar Roulant dan?, vraagt koster Jan. O, dat is allang uit, zegt Margeriette. In dat geval trouw ik met u, belooft koster Jan. Inmiddels zijn de twee gearriveerd waar Roulant op de grond ligt en ‘dood’ gevonden wordt.
     Robrecht groet Margeriette en brengt haar het droeve nieuws dat haar Roulant is overleden aan liefdespijn, veroorzaakt door haar vrijage met koster Jan. Ga toch niet om met die man!
     Margeriette verwijt zichzelf Roulant om het leven te hebben gebracht. Koster Jan probeert haar af te lijden: dood is dood ... Maar zo snel kan ze Roulant niet vergeten. Robrecht wakkert haar schuldgevoel aan door haar rouwmisbaar spotternij te noemen. en ondertussen kan Roulant zich amper inhouden.
     Maar dan realiseert Margeriette zich dat het leven doorgaat, en dat ze met haar verdriet Roulant niet terugkrijgt. Ze besluit daarom met koster Jan in zee te gaan.
     Terwijl koster Jan victorie kraait en zijn bruiloft proclameert, herrijst Roulant uit de dood, en vraagt hij Margeriette: Van wie houd je nou echt?! Van mijn Roulant, luidt Margeriettes antwoord. Ga jij de klok maar luiden – zal vast wel obsceen zijn  want vandaag zal mijn bruiloft zijn.
     Margeriette laat koster Jan als een baksteen vallen, waarop deze zich groot houdt door te zeggen dat hij geen wispelturige vrouw wil – alsof er andere zijn, denken de mannen in het publiek. De koster wordt tenslotte uitgenodigd het graven van zijn eigen graf te voltooien.

Volgens Van Duyse was de wijs van het Rowland-lied die van de hit Soet soet Robbertjen, maar welke Soet soet Robbertjen? De verschillende notaties verschillen nog al. Hetzelfde geldt voor de Duitse notaties. Al zoekend, lezend en luisterend heb ik begrepen dat de melodie van het Rowland-lied dezelfde is als die waarop een welkomstlied ter ere van de Engelse generaal Lord Willoughby geschreven werd. Omdat mijn grammofoonplaten nog altijd in de opslag staan, ben ik op het Internet op zoek gegaan naar de notatie en een uitvoering van My Lord Willoughby’s Welcome Home, en heb die gevonden. Zie hier de notatie in het arrangement van de luitist John Dowland (1563-1626):


Transcriptie van de muziek My Lord Willoughby’s Welcome Home

En hier kunt u een ‘instrumentale’ uitvoering bekijken en beluisteren. Het Roulant-lied laat zich er goed op zingen.

Het Roulant-lied tenslotte is door Hand 2 ondertekend met Liefde gaet boven al. Als typering van het lied zelf lijkt me dat niet adequaat, ik denk eerder aan een devies. Helaas bleek dit motto onvindbaar in de pdf-versie  en dus digitaal doorzoekbaar!  van het monumentale Retoricaal Memoriaal, waarvan de typografische versie geen register bevat... Het dichtste bij komt de zinspreuk Liefde boven al van de Haarlemse rederijkerskamer De Wijngaertrancken. Nu staan er in het Album Giblant meer vingerwijzingen richting Haarlem, wat het extra verleidelijk maakt Hand 2 te duiden als een lid van deze rederijkerskamer.


Literatuuropgave:

– F.C. van Boheemen en Th.C.J. van der Heijden, Retoricaal Memoriaal. Bronnen voor de geschiedenis van de Hollandse rederijkerskamers van de middeleeuwen tot het begin van de achttiende eeuw. Delft 1999.
– Ludwig Erk & Franz M. Böhme, Deutsche Liederhort. Auswahl der vorzüglicher Deutschen Volkslieder [...]. Zweiter Band. Hildesheim usw. 1963, p. 308-313.
– Fl. van Duyse, Het oude Nederlandsche lied. Wereldlijke en geestelijke liederen uit vroegeren tijd. Teksten en melodieën verzameld door  . Tweede deel. ‘s-Gravenhage enz. 1905, p. 1149-1154.
– A.J. Hoenselaars, ‘Engelse acteurs voeren in Utrecht De werken van Hercules op’, in: R.L. Erenstein e.a. (red.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen. Amsterdam 1996, p. 142-147.
– Willem Kuiper, ‘Eer voor goet is myn gemoet’, in: Neder-L 0101.26.
– Willem Kuiper, ‘De Venus van Giblant’, in: Neder-L 0104.33.
– Mary Springfels, ‘Music in Shakespeare’s Plays’, op: http://shakespeare.eb.com/shakespeare/esa/660007.html

PS. Wat zou ik graag met een theaterdeskundige, een musicoloog en een cineast dit Roulant-lied verfilmen.



Date: Mon, 28 May 2001 21:35:09 +0200
From: Willem Kuiper <willem.kuiper@hum.uva.nl>
Subject: Col: 0105.25: Column Willem Kuiper, no. 55:
Een nieuw lied

Geen opmerkingen:

Een reactie posten