maandag 1 juli 2013

Neder-L columns



Bij wijze van inleiding en verantwoording

Toen in 1995 de subsidiegever oordeelde dat Spektator, tijdschrift voor neerlandistiek niet langer levensvatbaar was, stond ik voor een moeilijke keuze. In dat jaar verscheen de 24ste jaargang van dit vaktijdschrift dat in 1971 werd opgericht door enthousiaste jonge wetenschappers aan het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam. In die dagen werd de vaktijdschriftenmarkt beheerst door twee grote spelers: De nieuwe taalgids met een redactie verbonden aan het Instituut De Vooys van de Universiteit van Utrecht en het Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde dat werd (en nog altijd wordt) uitgegeven door de Maatschappij van Nederlandse Letterkunde te Leiden. Beide waren gerenommerde tijdschriften, waar beginnende wetenschappers niet makkelijk in konden publiceren. En als een artikel al goed genoeg werd bevonden, dan kon het wel twee jaar duren, gerekend vanaf het insturen van het artikel, totdat het artikel eindelijk in druk verscheen. Om hierin verandering te brengen werd Spektator opgericht, en wie de inmiddels door de DBNL gedigitaliseerde afleveringen naleest, zal moeten beamen dat Spektator in een behoefte voorzag en in meer dan één tak van de wetenschappelijke beoefening van de Nederlandse taal- en letterkunde baanbrekend was.

Maar in 1995 viel dus het doek. Niet alleen voor Spektator, ook De nieuwe taalgids moest het veld ruimen. In plaats hiervan werden twee nieuwe vaktijdschriften opgericht: Nederlandse Letterkunde en Nederlandse Taalkunde. Als Spektator-redacteur sinds 1976 zou ik aanspraak hebben kunnen maken op een plaats in de redactie van Nederlandse Letterkunde, maar daar voelde ik niet zo veel voor. De maandelijkse woensdagavond Spektator was meer dan een redactievergadering. Het was samen eten, samen praten, samen lachen en samen een tijdschrift maken. Dat zag ik mij in Utrecht niet doen. En vandaar mijn overstap naar het digitale tijdschrift Neder-L, dat in 1991 was opgericht door Ben Salemans, verbonden aan het rekencentrum van de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Neder-L verscheen, toen het eenmaal op gang gekomen was, als een e-mail tijdschrift in drie afleveringen per maand.


Toen in 1997 het tijdschrift Dokumentaal ophield te verschijnen, heb ik UvA-collega Piet Verkruijsse bereid gevonden zijn akademisch nieuws voortaan via Neder-L te verspreiden, waardoor Neder-L uitgroeide tot de belangrijkste bron voor wetenschappelijke informatievoorziening voor het groeiende aantal neerlandici dat inmiddels met de computer hadden leren omgaan. Maar met nieuws alleen een tijdschrift vullen is wat saai, en daarom trachtte Ben Salemans columnisten te vinden die de nieuwsberichten zouden larderen met een smakelijk verhaal, zoals Peter Arno Coppen deed met zijn Linguïstische Miniatuurtjes. Eén van de mensen die hij daarvoor vroeg, was ik. Ervaring in het schrijven van columns had ik niet – zult u ook merken in de eerste afleveringen –
 maar ik wilde het toch proberen. En dat deed ik: op maandag 18 oktober 1993 verscheen met als Subject: Col: 9310.11: Column Willem Kuiper, no. 1.

Meer dan eens hebben mijn typografisch ingestelde collega’s mij verteld dat zij het jammer vonden dat er geen selectie van mijn columns in boekvorm was. Een tekst op een beeldscherm kun je niet vasthouden. Je kunt hem afdrukken en in de trein naar huis lezen, maar dat is geen boek. In het kader van mijn naderende pensionering werd mij de keuze geboden: ofwel een boek met een selectie van mijn columns of een boek met daarin bijdragen van collega’s over eigennamen in middeleeuwse teksten, een onderwerp waarmee ik mij intensief heb beziggehouden en nog altijd bezighoud. Dat laatste boek kan ik niet zelf maken, dat eerste wel.


Tot voor kort waren mijn Neder-L columns naleesbaar op een listserver van Surfnet, maar die is opgeheven en daarmee is heel veel Neder-L geschiedenis verdwenen. Doodzonde!

     Gelukkig heb ik de kopij en kopieën van mijn Neder-L columns bewaard. In plaats van dat mijn collega’s mij een gedrukt boek – met inkt besmeurd dood hout, zou collega Neder-L redacteur Marc van Oostendorp zeggen – met een selectie van mijn columns aanbieden, bied ik hen in dit blog mijn verzamelde Neder-L columns aan. De tekst van de columns is voor (meer dan) 99% gelijk aan de oorspronkelijke tekst, maar ik heb de vrijheid genomen om hier en daar een fout te verbeteren, iets toe te voegen of weg te laten, of iets anders te formuleren. Soms werd een afbeelding toegevoegd die in het origineel ontbrak.

Willem Kuiper

Geen opmerkingen:

Een reactie posten